Na het behalen van het Inas-diploma begon de lange zomervakantie. Voor deze vakantie was een fietstocht naar Frankrijk gepland samen met Erwin Bakker. De periode hier aan voorafgaand werd door mij besteedt aan het werken in de tuinen van de Broedergemeente, werken in het Zeister Ziekenhuis op zaterdagmorgen en het dagelijks bezorgen van mijn krantenwijk. Mede hierdoor verdiende ik voldoende geld om me deze tocht te kunnen permitteren. Van een collega bij de Broedergemeente kocht ik voor f 125,-- een klein tentje, ik kocht een dure slaapzak en andere noodzakelijke zaken.

 

 

De reis naar Frankrijk, hiervoor gebruik ik een stuk tekst wat ik in 1993 al heb geschreven….

Rotterdam, 29 juni 1993.

Hoe het verder ging...........

Er zit een gat van vijf jaar tussen de start van mijn boek en nu, nu ik heb besloten om toch weer door te gaan met schrij­ven.

Hoe komt dat nu zo ineens weer?

Tijdens het opruimen van de zolder in maart van dit jaar (1993) kwam ik weer allerlei schrijverijen uit het verleden tegen, die heb ik geordend en op een bereikbare plaats gezet.

Gisteren kreeg ik van mijn collega Martha haar levensboek te leen om eens door te lezen. Zij beschrijft daarin een zeer moeilijke periode uit haar leven. De herkenning was onmidde­llijk daar en ook de drang om mijn eigen verhaal nu toch eens op papier te zetten.

Deze “herstart” kan misschien tot enige verwarring leiden, daarvoor bij voorbaat mijn welgemeende excuses.

Ik ga nu verder met het beschrijven van de fietsvakantie die ik samen met Erwin Bakker na mijn Inas examen ondernam:

 

We zaten dus al in België, getraind als we waren, fietsten we in 1 dag door dit gezellige land, kampeerden 1 nacht in Bas­togne en gingen de volgende dag over de grens, bij Longwy, Frankrijk binnen. Daar waren ook gelijk de eerste bergen al op ons nog o zo lange pad naar het zuiden van Frankrijk. Ook nu nog zie ik helder voor me hoe een aantal Fransen langs de kant van de weg stonden, terwijl wij uit alle macht moesten trappen om de berg op te komen, ook nu nog hoor ik ze in gedachten roepen “C’est trop lourde....” .  En dat was het, al zouden we dat nooit aan hen laten blijken.

Tegen de avond bereikten we Verdun, we hebben daar veel Neder­landers gezien die met hun boot de rivier volgden, wat was ik jaloers op deze mensen, een dak boven hun hoofd en een echt bed. Ik was het slapen op de harde grond nog niet zo gewend, om gewicht en ruimte te sparen hadden we geen luchtbedden meegenomen en sliepen derhalve op de grond in onze slaapzak­ken.

We hadden de hoop om even voorbij Verdun een camping te vin­den, ijdele hoop, want ook toen het al ruimschoots donker was geworden zagen we nog geen spoor van een camping. Doorfietsen op de smalle wegen en in het donker vonden we te riskant zodat we besloten dan maar langs de kant van de weg een kop koffie te nemen. Koffie is dan dus oploskoffie met melkpoeder en suiker die allemaal in een groot blik bij elkaar zitten en met water op een gasbrander worden warm gemaakt, onder die omstan­digheden een pure luxe. Eenmaal van de fiets gestapt voelden we de vermoeidheid pas echt goed, de vermoeidheid van een hele dag achter elkaar aan fietsen over het ruige Franse land met de vele bergen. Na enig overleg vonden we het beter om maar even te gaan liggen. “Laten we dan alleen de slaapzakken maar over ons heen leggen”. Nou dat hebben we geweten, vast in slaap gevallen, totdat we weer wakker werden van de regen die ons flink nat maakte. Toen hebben we de tent maar los over ons heen gelegd, maar van slapen kwam niet veel meer terecht, zo vlak langs de autoweg waar toch nog aardig wat verkeer lan­gs kwam.

De volgende morgen hebben we koffie gemaakt en onze spullen bij elkaar gepakt, vol goede moed. En dan op de fiets stappen en ontdekken dat we allebei een lekke band hebben... .

Onze volgende etappe voerde naar Chaumont, daar hebben we op een behoorlijke camping gestaan, een camping met lekkere hete douches die ons weer een beetje menselijk aanzien gaven.

Er waren wat spaken losgegaan van de zware ritten die we al achter de rug hadden, dus die hebben we direct maar weer vastgezet.

Nu ik zo schrijf denk ik: “wat aten we eigenlijk?”

Vanaf de overnachting bij de familie van Erwin in Zuid Limburg hebben we de rest van de reis niet 1 keer warm gegeten, alleen maar brood met knoflookkaas en worst.

Toen we de grens met Frankrijk passeerden hebben we flink wat stokbroden gekocht, deze doorgebroken, in vuilniszakken gedaan en achter op de fiets gebonden. Als we melk kochten moesten we in 1 keer de hele liter opdrinken, omdat je dat moeilijk op de fiets kunt meenemen.

De zesde etappe bracht ons tot Dijon, een smerige stad waar we zo snel als mogelijk doorheen zijn gereden. Waar we overnacht hebben kan ik me niet meer herinneren.

De zevende dag kwamen we in Macon, een heel erg mooie gemeen­te camping. Wederom heerlijke douches......

Daar maakten we kennis met de Mistral, een hevige wind die als uit het niets leek op te doemen. Ik herinner me dat we allebei een stuk van de tent beet hielden. Gelukkig geen schade opgelo­pen.

Vanuit Macon hebben we beiden wat kaarten naar Nederland ge­stuurd, verder was ik meestal degene die telefonisch contact onderhield. Ik had onderweg soms enorme heimwee naar huis.

De kwaal heimwee zal verder in mijn leven nogmaals in heftige mate de kop opsteken.

 

Vanaf Macon werd het weer steeds beter, de regen die we hadden gehad was vervelend, maar de hitte waarin we nu terechtkwa­men....

 

Bidons vol water en voor je het wist had je weer een lege bidon, overal vragen (in steenkolen Frans, we spraken beide een paar woorden Frans) “avez vous un peux d’eau pour nous?”

De meeste mensen waren zeer bereidwillig, maar ik herinner me ook dat we ergens onderweg, (ik weet werkelijk niet meer waar, in ieder geval ergens noordelijk) doornat waren geregend en alleen maar behoefte hadden aan een hete douche en een bed, aankwamen bij een soort chauffeurs cafe/-hotel en daar vroegen

“avez vous un chambre pour nous?”. De waardin bekeek ons misprijzend van top tot teen en zei venijnig “NON!”, wat voelden we ons armzalig...

Ook die achtste dag slaagden we er niet in een camping te vinden, we hebben voorbijgangers gevraagd of we een nacht tegen betaling mochten blijven slapen, maar dat wilde niemand.

Ergens langs de weg zagen we betonnen rioolbuizen liggen, die moesten dus nog in de grond worden gelegd, we waren zo moe dat we van plan waren om dan daar maar in te gaan liggen. Maar in de verte zagen we ook bossen, we besloten om dan maar door te fietsen tot in het bos. Vanaf de  weg liepen allerlei zijpaden het bos in, we zijn daar in het schemer maar op goed geluk ingereden en hebben onder wat bomen de tent opgezet. Heerlijk geslapen en de volgende morgen fit opgestaan, totdat we buiten de tent kwamen, blijkbaar was het zo’n typisch plekje waar je ongestoord je behoefte kon doen, want overal lag poep en een stank... Bij het eerstvolgende dorpje hebben we ons op het verlaten dorpsplein aan de pomp gewassen, toen we echter zo eens om ons heen keken zagen we allerlei verbaasde gezichten die zich duidelijk afvroegen “wat zijn dat voor snurkers die zich bij onze pomp staan te wassen?”

Dat dorpje moet even buiten Tournon zijn geweest.

Het ene moment fietsten we door drukke stadjes om vervolgens door de meest stille streken te rijden. Soms was het redelijk vlak, dan weer klimmen tot je longen bijna barstten. Telkens elkaar weer moed insprekende “na deze berg is het weer vlak”

om dan aan de andere kant van de helling een zo mogelijk nog steilere en langere helling op ons pad te vinden. Klimmen is erg zwaar, maar afdalen met een flink pak bagage en een hoge snelheid is ook een aparte ervaring, aan de ene kant mooi, maar toch ook beangstigend.

Nog 1 overnachting op een camping meegemaakt, bij Bourg St-Andeol. Daar was ook zwemgelegenheid in een groot meer, heerlijk een duik nemen na een zware fietsdag. Langs de Rhône is het zeer mooi om te fietsen, zelfs op een hete dag was er de koelte van de rivier en de weg ging grotendeels omlaag een soort dal in, we schoten flink op en dat was maar goed ook want we waren het zwervende bestaan best zat en verlangden naar bedden met lakens enz.

Het was inmiddels de tiende fietsdag en we hadden er al zo’n 1350 kilometer opzitten schat ik toen we dan uiteindelijk in Montpellier aankwamen. Daar was het zo heet dat onze schoenen bijna aan het zachte asfalt vastplakten, vanuit een soort café hebben we toen naar tante Pien gebeld. Daarna moesten we nog een flinke tijd wachten voordat ze ons kwamen ophalen en dat was nog niet het einde van onze fietstocht. Onze fietsen met alle bagage konden niet in de auto, dus moesten we achter de auto aanfietsen om na een flinke, maar vooral snelle rit dan uiteindelijk op ons logeeradres in Clapiers te arriveren.

Het was de moeite waard, Erwin had me ongeveer beschreven hoe het huis er uit zag en vooral dat er een zwembad bij was. De gedachte aan dat zwembad was onderweg vaker een stimulans om nog maar eens extra hard op de pedalen te gaan staan, vooral als de moed weer eens onder in de schoenen zakte.

We werden als de verloren zonen binnen gehaald en dronken flink wat limonadesiroop, ijskoud water wat men in de koelkast in anderhalve literflessen koelde. Opvallend was het enorme aantal soorten siroop, vooral Minte was erg goed om de dorst te lessen.

Direct daarna zijn we in de zwembroeken geklommen en het zwembad ingedoken, de reden waarom men zo uitbundig zat te lachen ontging ons in eerste instantie volledig, maar werd ons al snel duidelijk. Gerard de “oom” van Erwin zei iets in het Frans, het beste te vertalen als “ze zijn vergeten hun kleren uit te doen”. Wat bedoelde hij? Hij bedoelde dat we er wel heel vreemd uitzagen in onze zwembroeken, omdat onze armen, benen en gezichten mooi diep bruin waren, maar de rest van ons li­chaam had gedurende de hele reis in onze shirts, racebroeken en handschoenen gezeten. Het leek dus net of we gekleed te water waren gegaan.

 

Einde van de tekst uit 1993.

 

De eerste nachten mochten we in het grote huis van de familie overnachten, maar al spoedig kwam er meer familie die hun vakantie in Frankrijk kwamen doorbrengen en vanaf dat moment sliepen Erwin en ik in onze tent in de tuin. Overdag maakten we fietstochten, zwommen in het zwembad in de tuin, verkenden de omgeving, lazen, keken televisie enz. Als we ’s morgens wakker werden doken we direct in het zwembad en gingen daarna ontbijten. Het was een zalige tijd, een tijd van alles mag en niets moet.

Ook de nicht van Erwin, Irene oftewel Renie logeerde in het huis in Frankrijk. Zij was een 36 jarige mooie half Indische vrouw, wel typisch….maar juist daardoor zo interessant. Ik vond haar een zeer aantrekkelijk en intrigerend persoon. Regelmatig zat ik alleen in de grote huiskamer waar een pick-up stond en draaide dan het nummer Aline van Christophe. Ik was weer eens verliefd geworden….maar was pas 18….Ook Irene vond mij wel leuk, maar we draaiden maar zo’n beetje om elkaar heen. Ik barste weer eens van de heimwee, maar door mijn verliefdheid was het allemaal wel uit te houden. Over de geschiedenis van Renie werd naar mijn gevoel altijd een beetje vaag gedaan, maar de littekens op haar beide polsen waren mij niet ontgaan. Zij was ooit getrouwd geweest en weer gescheiden en had een serieuze zelfmoordpoging gedaan…vandaar de littekens. Met haar lichtblauwe lelijke eend hebben we behoorlijk wat kilometers afgelegd door het Zuid Franse landschap. Tot de dag dat ze weer terug zou gaan naar Nederland, ik wilde gelijk niet meer in Frankrijk zijn….terug naar Nederland. De laatste nacht heb ik grotendeels bij haar in de tent doorgebracht, lekker tegen elkaar aanliggend. In het midden van de nacht hebben we samen in het zwembad gezwommen, zachtjes zodat niemand het zou horen. Daarna ben ik weer bij Erwin in de tent gaan liggen en ik weet tot op de dag van vandaag niet of hij iets heeft gemerkt. Toen Irene eenmaal naar Nederland was vetrokken kwam ik in een melancholieke stemming terecht die ik niet meer kon kwijtraken, ik sliep in haar tentje en rook de geur van haar parfum, lichaam en haar en draaide overdag de hele tijd Aline.

De eerste kans die ik kreeg om eerder naar Nederland terug te gaan was met familie uit Amsterdam die een week eerder vertrokken dan Erwin en ik. Wij zouden door zijn ouders worden opgehaald. Ik heb gelijk aangegeven mee te willen naar Nederland en zo was ik een week eerder dan gepland weer thuis.

 

 The Bike trip to France 

After obtaining the Inas-diploma began the long summer holiday. For this holiday a bike trip to France was planned together with Erwin Bakker. The time before the trip I spent working in the gardens of the broedergemeente, working in the Zeist hospital on Saturday morning and the daily delivery of my paper round. Partly because of this, I earned enough money to afford me this trip. From a colleague at the broedergemeente I bought a small tent for f 125,-- also , I bought an expensive sleeping bag and other necessary matters.

 

The trip to France, for this I use a piece of text what I have already written ... in 1993.


Rotterdam, June 29, 1993.
How it went...........
There is a gap of five years between the start of my book and now, now that I've decided to yet again continue writing this . How come that now all of a sudden i want to write again?
During the cleanup of the attic in March of this year (1993) I came across all kinds of writings from the past, which I ordered and put on a accessible place.
Yesterday I got from my colleague Martha her life's book to read it . She describes a very difficult period in her life. The recognition was the urge to work immediately  to also put my own story on paper.
This "restart" may lead to some confusion, for that in advance my sincere apologies
.

 

I now continue by describing the bicycle vacation I undertook together with Erwin Bakker after my school exam:

 

We were in Belgium, trained as we were, we cycled in one day through this cozy country, camped one night in Bastogne and went the next day across the French border, at Longwy. There were also immediatly the first mountains on our still oh-so-long path to the South of France. Even now I see clearly in my mind how a number of Frenchmen stood by the side of the road, while we using  all power to come on to the mountain, still I hear them shouting "C'est trop lourde. (its heavy)...". And thats what it actually was, we just would never show that to them.
By the evening we reached Verdun, we saw much Dutchies with their boat  following the river, I was so jealous of these people, who had a roof over their heads and a real bed. I was not yet used to sleeping on the hard ground, in order to save weight and space we had no air mattresses included and therefore slept on the ground in our sleeping bags.

 

We had the hope to find a campsite just past Verdun, vain hope, because even when it had become quite dark we saw no trace of a campsite. By cycling on the narrow roads and in the dark we found it too risky to continue so we decided thento make ourselves a coffee  by the side of the road. The Coffee was  instant coffee with milk powder and sugar that are all mixed together in a big can and with hot water heated on a gas burner  under those circumstances/conditions a pure luxury. Once we were of the bike we felt the fatigue really well, the fatigue of a whole day cycling behind each other,  Cycling along the rugged French country with many mountains. After some discussion we felt it better to lie down for a bit. "Let us just lay the sleeping bags to cover us". We fell asleep right away, until we woke up again by the rain that soaked us. Then we did put the fabric of the tent to cover us, but we didnt sleep much anymore as we had laid too close to the motorway where still quite some traffic passed by.


The next morning we packed our stuff together, made coffee and got the good spirits. And then when stepping on the bikes we discovered that we both had a flat tire....
Our next stage was to get to Chaumont, there we stayed in a proper camping with lovely  hot showers that gave us a bit of human respect again.

 

There were some spokes gone loose due to this heavy rides that we already had, so we directly reattached them.
While writing I think: "what did we eat anyway?"
From the overnight at the family of Erwin in Zuid Limburg we didnt have a warm meal for the rest of the ten days.  Just bread with garlic cheese and sausage.
When we passed the border with France, we bought a lot of baguettes, we did break them in pieces, done in garbage bags and tied on the back of the bicycle. If we were interested in milk we had to drink the whole litres in one go, because you can not take with you on the bike.


The sixth stage took us to Dijon, a filthy city where we are driven through as quickly as possible. Where we did stay, I can no longer remember.


The seventh day we arrived in Macon, a very very beautiful camping. Once again delicious showers......
There we met the Mistral, a violent wind that as out of nowhere seemed to doom. I remember that we both were holding the tent to prevent it from flying away. Luckily no damage did happen.
We both sent some postcards to the Netherlands from Macon, I was usually the one who maintained telephone contact. I had along the way sometimes huge nostalgia for home.

 

The ailment homesickness will continue in my life once again resurface in excessive extent.

Starting from Macon the weather was getting better, the rain that we had was annoying, but the heat in which we were now…………..pffffffff..

Water bottles full of water and before you knew you had another empty water bottle, asking anywhere (in coals French, we both spoke a few words French) "avez vous un peux d'eau pour nous?" (do you have some water for us)
Most people were very willing, but I also remember that somewhere along the way, (I really do not know where anymore, at least somewhere Northern) we were soaked rained and were in desperate need of a hot shower and a bed, arrived at a kind of drivers cafe/-hotel and asked "avez vous un chambre pour nous?". The landlady reviewed us from head to toe and said viciously "NON",  goodness did we feel poor...


Also those eighth day we managed not to find in a campsite, we have asked people who passed by if we were allowed to remain for a night sleep, but  no one wanted  to have us.

 

Somewhere along the way we saw concrete sewer pipes which still had to be implemented in the ground, , we were so tired that we were planning to sleep in those concrete pipes. But we also saw forests in the distance, we decided to then to cycle to  the forest. From the road ran all kinds of side tracks into the forest, we are there in the dark but run in and have set up the tent under some trees. We slept excellent and the next morning got up very fit, until we came outside the tent, ..Under the day light, we saw we had our tent in the middle of an open space “toilet” – poo all over and a terrible smell ! – apparently the place where people would do their needs undisturbed …

 

At the next village we came along we did wash ourselves at the waterpumt located at the village square, however when we looked around us we saw all kinds of puzzled faces that are clearly wondering "who are those crazy ones who use our pump to wash?"
That village must have been just outside Tournon.
At one moment we cycled by busy towns, next moment by the most silent zones to drive. Sometimes it was fairly flat, then again climbing till your lungs almost burst. We kept encouraging each other "after this mountain the road will be plane again " and then on the other side of the slope an even steeper and longer slope tob e found on our path. Climbing is very heavy, but descend with a lot of baggage and a high speed is also a separate experience, while on one hand, beautiful, yet its frightening. 

A one night stay in a campsite experienced, at Bourg St-Andeol. There was also a swimming facility in a large lake, delicious dip after a hard day of cycling. Along the Rhône its very nice for cycling, even on a hot day there was the coolness of the river and the road went largely down a kind of Valley, we did go on well and that was a good thing because we were sat and longed for the life best beds with sheets etc.


It was the tenth day of cycling and we had done 1350 km of cyling I realized it when we finally arrived in Montpellier. It was so hot there that our shoes almost melted and got stuck to the soft asphalt, from a kind of café we we then called to aunt Pien.. After that we had to wait a considerable time yet and that was still not the end of our bike ride. Our bikes with all luggage did not fit in the car, so we had to bike behind the car, a fast ride then eventually to arrive on our stay in Clapiers.
It was worth it, Erwin had told me about how the House looked and especially that there is a swimming pool. The thought of that pool was very often an incentive to once again stand on the pedals extra hard, especially if the courage again had slumped at the bottom of the shoes.
We were welcomed as the lost sons who came home again and drunk a lot of lemonade syrup, ice cold water in the fridge in one and a half litres bottles chilled. It was the huge number of species that were very good to the syrup, especially Minte thirst.

 

Right after that we jumped in the swimming pool. The reason why they were laughing at us soo obvious we didnt get, but we were quickly aware. Gerard the "Uncle" of Erwin said something in French, it's best to translate as "they have forgotten to take  their clothes off". What did he mean? He meant that we looked very strange in our swimwear, because our arms, legs and faces were beautiful deep brown, but the rest of our bodies was during the whole trip in our shirts, race pants and gloves. So It looked like we jumped in the water all dressed.

The first nights we were allowed to spend the night in the large House of the family, but soon more family came to spend their holidays in France and from that moment  Erwin and I slept in our tent in the garden. During the day we made bike tours, swam in the pool in the garden, explored the environment, read, watched TV etc. When we woke up in the morning we dived directly into the pool and then went to have breakfast. It was a blissful time, a time of anything as allowed and nothing must. 

 

Also the niece of Erwin, Irene or Renie was staying in the House in France. She was a 36 year old beautiful half Indian woman, though typical .... but because of it so interesting. I found her a very attractive and intriguing person. Regularly I sat only in the large living room where a pickup stood and turned the number Aline performed by the singer Christophe. I fell in love with her .... but was only 18 .... also Irene found me fun, but turned ouw we were around each other pretty much. I once again suffered a lot of the homesickness, but being with Reni made it bareble. In my opinion the history of Reni was always a bit vague, but the scars on both of her wrists were not escaped from my attention. She was once married and divorced and had a serious suicide attempt ... Hence the scars. With her light blue 2CV we did travel quite a lot of kilometers through the Southern French countryside. Until the day that she would go back to Netherlands, I didnt want to stay in  France anymore but go  back to the Netherlands too. The last night I spent mosty in her tent, good fitting against each other. In the middle of the night we swam in the pool together, gently so no one would hear it. Then I lie down again at Erwin in the tent and I do not know to this day whether he has noticed something. When Irene left to Netherlands I was once again in  a melancholy mood that I could no longer get rid of, I was sleeping in her tent and smelled the scent of her perfume, body and hair and played all the time during the day Aline.

 

The first chance I got to go back to the Netherlands was with family from Amsterdam who left a week earlier than Erwin and I. We would be picked up by his parents. I have indicated I wanted to go back to Netherlands and so I was back home a week earlier than planned.